Het verloop van de bevalling

Iedere bevalling loopt anders en iedere bevalling is uniek. Echter, ieder bevalling kent 4 fases die we tegen gaan komen tijdens je bevalling:

Latente fase

In deze fase hebben de meeste vrouwen beginnende weeën die nog wat onregelmatig, kort en wisselend van kracht zijn. Vaak zijn deze weeën redelijk goed op te vangen. De latente fase kan per bevalling heel wisselend zijn van duur en gaat over in de actieve fase 3 tot 4 centimeter ontsluiting.

Actieve fase

We spreken van de actieve fase als de weeën frequent komen, ongeveer iedere 3 tot 5 minuten, en zeker 1 minuut duren. De weeën zijn dan voor veel vrouwen ook gevoeliger tot (zeer) pijnlijk. Deze fase duurt tot 10 centimeter ontsluiting, dit wordt ook wel volledige ontsluiting genoemd. Het is bij deze fase belangrijk om te denken aan een voor jou fijne houding, plek en ademhaling voor het opvangen van de weeën, natuurlijk zijn wij als verloskundige er ook voor om jullie hierbij te helpen hiermee!

Persfase

Dit is het moment waarop je lichaam “persdrang” aan gaat geven, hierbij voelen veel vrouwen een druk die niet meer weg te zuchten is. Er ontstaat dan een onhoudbare drang om de baby eruit te gaan persen. Voor een eerste kindje duurt de persfase gemiddeld een uur, dit is wel afhankelijk van meerdere factoren, die we in de gaten houden tijdens het persen. Wanneer het niet meer het eerste kindje is, gaat het persen vaak een stuk sneller.

Nageboorte-tijdperk

Wanneer de baby geboren is, zit de bevalling er nog niet helemaal op. Ook de placenta moet nog geboren worden. Hiervoor geven we in de meeste gevallen een injectie met oxytocine, hetzelfde hormoon wat je ook aanmaakt voor de weeën. De injectie zorgt ervoor dat de baarmoeder nogmaals goed samentrekt voor het snel loslaten en geboren laten worden van de placenta. In deze fase houden wij het bloedverlies bij moeder goed in de gaten.